Versterking kwaliteit voorschoolse educatie

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft op 19 februari 2019 de wijziging ontvangen van het ‘Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’ (Besluit versterking voorschoolse educatie). De wijzigingen van het besluit betreffen de urenuitbreiding van de voorschoolse educatie aan kinderen van 2½ tot 4 jaar en de verplichting een pedagogisch beleidsmedewerker in te zetten binnen de voorschoolse educatie. Met de wijziging van het besluit wordt beoogd de kwaliteit van de voorschoolse educatie te verhogen.

ATR constateert dat nut en noodzaak van de maatregelen zijn onderbouwd. Eenmaal op jonge leeftijd opgelopen onderwijsachterstanden blijken later moeilijk in te halen en hebben negatieve gevolgen voor de kansen van de kinderen in hun verdere leven. Het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden is daarom een publiek belang. De maatregelen van het onderhavige besluit zijn volgens de toelichting gebaseerd op uitkomsten van (praktijk)onderzoek. Momenteel biedt een aantal gemeenten voorschoolse educatie aan vanaf de leeftijd van 2 jaar, andere gemeenten vanaf de leeftijd van 2½ jaar. Met dit besluit wordt “de ondergrens” voor de aanvang van het aanbod bepaald op 2½ jaar. De kindercentra zijn daarbij wel vrij om voorschoolse educatie aan te bieden aan kinderen jonger dan 2½ jaar. Maar mogelijk is een uniforme leeftijdsgrens minder belastend voor de uitvoeringspraktijk. In de toelichting is verder niet gemotiveerd waarom voor de leeftijdsgrens van 2½ jaar is gekozen en wat deze keuze betekent voor de uitvoeringspraktijk. ATR adviseert dit alsnog te doen.

Uit het voorstel blijkt dat er aandacht is voor werkbaarheid van de maatregelen. Het uitgangspunt
van het ministerie is gemeenten en kindercentra waar mogelijk ruimte te bieden om maatwerk te
kunnen leveren in het aanbod aan ouders en kinderen. ATR constateert wel dat de
voorbereidingsperiode voor zowel de gemeenten als de kindercentra kort is. De ervaring leert dat
een stapeling van nieuwe regelgeving in combinatie met een beperkte voorbereidingstijd veel
(ervaren) regeldruk oplevert. ATR adviseert daarom na te gaan of de invoering van de nieuwe
urennorm per 1 januari 2020 echt haalbaar is. ATR adviseert ook alternatieven te ontwikkelen
voor het geval kindercentra en gemeenten niet in staat zijn de urenuitbreiding voor de
voorschoolse educatie per 1 januari 2020 te realiseren.

De gevolgen voor de regeldruk zijn niet volledig in beeld gebracht. ATR adviseert dit alsnog te doen.

ATR advies aan de Minister van OCW over Versterking kwaliteit voorschoolse educatie