Jan ten Hoopen: Achter de horizon

Met wetgeving ordent de wetgever het maatschappelijk leven. Een veelgehoorde opvatting is dat je die ordening weer tenietdoet als de wetgeving vaak verandert. Wetten zijn in deze opvatting voor de eeuwigheid, of althans voor een periode die daar zo dicht mogelijk bij komt. Wetgeving is in deze opvatting dus geen geschikt instrument voor tijdelijke problemen.

 

Ondanks dat hier een kern van waarheid in zit, kan het soms nuttig zijn om wetgeving tijdelijk te laten zijn. Bijvoorbeeld: de strafbaarstelling van de zwarte handel in voetbalkaartjes voor het EK 2000. Deze strafbaarstelling zou na dit kampioenschap uiteraard betekenisloos worden, dus werd in de wet zelf al de zgn. expiratiedatum bepaald. Een horizonbepaling die efficiënt de geldigheidsduur van de wet regelt. Een recentere toepassing van zo’n bepaling vinden we in de Crisis- en herstelwet. Deze wet vereenvoudigt procedures in de ruimtelijke ordening. Doel was om het bedrijfsleven – tenminste figuurlijk – meer ruimte te geven om te ondernemen. De einddatum van deze wet was gesteld op 1 januari 2014. Ik schrijf met nadruk”was”, want in april dit jaar is de wet permanent geworden. Blijkbaar ging er niets schokkends mis en heeft het kabinet besloten – zoals Actal in 2009 adviseerde – om de vereenvoudiging permanent te maken.

 

Een horizonbepaling heeft het karakter van een valbijl: na de expiratiedatum verliest de wet zijn rechtskracht, tenzij de wetgever dat voorkomt. Maar daar moet dan wel een reden voor zijn. De bewijslast is omgedraaid. Een wet zónder horizonbepaling behoudt altijd zijn rechtskracht, totdat de wetgever hem intrekt. Terwijl een wet mét horizonbepaling zijn rechtskracht automatisch verliest, tenzij de wetgever hem verlengt. Daarom wordt meestal ook afgesproken om de wet ruim vóór de geplande expiratiedatum te evalueren.

 

De horizonbepaling zorgt er dus voor dat wetten verdwijnen, zonder dat het kabinet (of een toekomstig kabinet) daar iets voor hoeft te doen. Het gebruik van de bepaling levert zo direct een bijdrage aan het beperken van de regeldruk. Maar daarnaast biedt de verplichte evaluatie een uitgelezen kans om vast te stellen of het verwachte regeldrukeffect van de wet ook daadwerkelijk optreedt. Check: komt de boekhouding van het kabinet overeen met de ervaren werkelijkheid? Het huidige kabinet belooft de regeldruk met € 2,5 miljard te verminderen. En het wil bovendien dat mensen ook echt merken dat de regeldruk afneemt. De horizonbepaling helpt: Je vraagt je af waarom het kabinet niet álle wetgeving die regeldruk met zich meebrengt, van zo’n bepaling voorziet. Dan verdwijnt de regeldruk achter de horizon.

 

Column Achter de horizon orginele versie

 

Alle Jan ten Hoopen SC – columns