Meer bureaucratie door nieuwe Jeugdwet

De nieuwe Jeugdwet leidt in deze vorm tot méér bureaucratie in de jeugdzorg, in plaats van minder. Niet alleen zullen jeugdigen en hun ouders naar verwachting meer regeldruk ervaren, ook de instellingen en de jeugdhulpverleners zullen meer tijd kwijt zijn met de naleving van
administratieve voorschriften. Het kabinet laat de kans ongebruikt om irritaties weg te nemen en extra zorgcapaciteit vrij te spelen. Dit concludeert Actal in zijn advies over het wetsvoorstel dat op 1 juli 2013 bij de Tweede Kamer is ingediend.

 

Het kabinet heeft gekozen om de jeugdzorg te decentraliseren naar gemeenten. Het Rijk draagt dus bevoegdheden en verantwoordelijkheden over aan gemeenten. Het Rijk zou dan ook terughoudend moeten zijn in het precies voorschrijven wat zorgaanbieders en professionals moeten doen. Maar het wetsvoorstel beschrijft nauwkeurig welke eisen worden gesteld, hoe het toezicht moet worden geregeld en hoe verantwoording moet worden afgelegd. Het wetsvoorstel bevat diverse voorschriften voor certificering, kwaliteitsregisters, landelijke inspecties en de verantwoordingsinformatie. Volgens Actal is daardoor de kans groot dat er stapeling van toezicht optreedt, want na de decentralisatie krijgen ook gemeenten de mogelijkheid en verantwoordelijkheid om informatie- en  verantwoordingsverplichtingen op te leggen. Zo dreigt een uitdijend verantwoordings- en toezichtcircuit te ontstaan, waarvan de lasten terechtkomen bij de jeugdzorginstellingen en de professionals. Jeugdigen en hun ouders zijn uiteindelijk de dupe doordat er minder tijd voor hen overblijft.

 

Geen ambitie om regeldruk te verminderen

Het wetsvoorstel bevat géén concrete doelstelling om de bureaucratie in de jeugdzorg te verminderen. Dit is opvallend, omdat analyses al jarenlang consistent aantonen dat vele problemen in de jeugdzorg juist voortkomen uit die bureaucratie en onnodige regeldruk. Gezien deze analyses is het nog opvallender dat de toelichting vermeldt dat het ‘aan de jeugdzorg’ is om de ervaren regeldruk te verminderen. Volgens het kabinet past een concrete doelstelling niet bij dit wetsvoorstel, nu daarin de verantwoordelijkheid van het Rijk naar gemeenten wordt gedecentraliseerd. Actal betreurt het dat het Rijk niet het initiatief neemt om – samen met gemeenten en inspecties – een concrete netto reductiedoelstelling te formuleren.

 

Jeugdigen en hun ouders worden niet ontzorgd

Het wetsvoorstel biedt geen wettelijke borging voor de informatie-uitwisseling tussen verschillende jeugdhulpverleners. Ook is er geen wettelijke basis voor het vastleggen van informatie in één dossier. Het risico is groot dat jeugdigen en hun ouders telkens opnieuw hun problemen moeten vertellen en dezelfde informatie moeten aanleveren om de noodzakelijke jeugdhulp te krijgen. Een groot knelpunt van de jeugdzorg wordt niet opgelost.

 

Geef jeugdzorg de ruimte

Collegevoorzitter Jan ten Hoopen roept Rijk en gemeenten op om de handen ineen te slaan en de administratieve verplichtingen drastisch te beperken: “De decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten biedt een uitgelezen kans om jeugdhulp op een niet-bureaucratische wijze te organiseren. Wat ik zie, is het omgekeerde – omdat het Rijk niet lijkt te durven loslaten. Dit wetsvoorstel leidt tot een uitdijend verantwoordingscircuit. Er komen verplichtingen op het niveau van zowel het Rijk als de gemeenten. Beide partijen zouden gezamenlijk een concrete reductiedoelstelling moeten opstellen en zich stevig hieraan committeren. Alleen dan ontstaat er ruimte in de jeugdzorg, wordt er geen energie meer gestoken in loze bureaucratie, en kan de hulp echt ten goede komen aan de jeugdige en zijn ouders.”