Nieuwe Omgevingswet eerste stap naar vereenvoudiging omgevingsrecht
De nieuwe Omgevingswet vereenvoudigt en bundelt regels op het gebied van het omgevingsrecht. De wet vormt daarmee een eerste stap op weg naar minder regels en meer ruimte voor maatwerk ontstaan. Zo moet het gemakkelijker worden om ruimtelijke projecten te starten. Of het straks daadwerkelijk aanzienlijk makkelijker wordt, hangt echter af van de verdere uitwerking en vooral van hoe Rijksoverheid en gemeenten de wet gaan uitvoeren. In zijn advies over de conceptwet ziet Actal niet alleen grote kansen maar ook enkele risico’s.
Te veel veranderingen, te snel na elkaar
De nieuwe Omgevingswet is een eerste stap om het omgevingsrecht structureel te verbeteren. Veel regelgeving gaat hiervoor op de schop. Dit vraagt ook om een nieuwe uitvoeringspraktijk. Actal waarschuwt dat een grote investering nodig is om de dienstverlening en het toezicht op het vereiste niveau te brengen, waarbij de burger en de ondernemer daadwerkelijk centraal staan. Collegevoorzitter Jan ten Hoopen: “Door de vele veranderingen in het omgevingsrecht verloopt de uitvoeringspraktijk nu al niet soepel. Mensen ervaren nog steeds veel problemen. Organisaties zijn niet klaar voor nóg een ingrijpende verandering; er is sprake van verandermoeheid. Het kabinet loopt daardoor het risico dat de Omgevingswet de regeldruk niet gaat verminderen. Burgers en ondernemers worden dan nog minder goed geholpen.”
Geen zware regels voor lichte gevallen
De Omgevingswet gaat over veel verschillende zaken. Voor veel eenvoudige activiteiten met een beperkt effect op de fysieke leefomgeving is het de vraag of regels überhaupt nodig zijn. Als er regels nodig zijn, ontwikkel dan ‘algemene regels’. Dat is voor de burger of ondernemer minder belastend dan een vergunning aanvragen.
Rechtszekerheid versterken door vrijwillige beoordeling
Deze algemene regels moeten begrijpelijk geformuleerd zijn. Burgers en ondernemers moeten snel kunnen achterhalen wat hun rechten en plichten zijn. Jan ten Hoopen: “Wie vooraf zeker wil weten of zijn activiteit toegestaan is, moet vrijwillig zijn plan kunnen laten beoordelen. De gemeente moet dan natuurlijk wel verplicht zijn om die beoordeling te geven. Dit is in het belang van de rechtszekerheid van burger en ondernemer.”
Verminder de onderzoeksverplichtingen
Naast het schrappen van onnodige onderzoekseisen zijn er andere manieren om de onderzoekslasten stevig te verminderen. Slim omgaan met eerder onderzoek kan nieuw onderzoek overbodig maken. Als er bijvoorbeeld voor een bestemmingsplan al onderzoek is gedaan, zou onderzoek op locaties binnen dit plan niet altijd meer nodig hoeven te zijn. Een milieuonderzoek voor een tankstation aan een snelweg kan worden hergebruikt voor een tankstation aan de overkant. Ook kan ‘professional judgement’ een alternatief voor onderzoek zijn; dit scheelt burgers en ondernemers veel tijd en geld.
Maar … de watervergunning blijft bestaan?
Jan ten Hoopen: “Het is een gemiste kans dat de watervergunning afzonderlijk blijft bestaan. Die had natuurlijk in de integrale omgevingsvergunning moeten opgaan. Gevolg is dat ondernemers straks nog steeds niet kunnen kiezen voor meer emissies naar bodem en minder naar lucht, of omgekeerd. Bovendien is de coördinatie van een omgevingsvergunning en een watervergunning ingewikkeld en tijdrovend.”