Nieuwe ontslagrecht leidt tot onnodige regeldruk
Het nieuwe ontslagrecht leidt onnodig tot meer regeldruk en draagt zo niet bij tot de kabinetsdoelstelling om de regeldruk met € 2,5 miljard te verlagen. De toelichting bij het wetsvoorstel bevestigt het beeld dat de regeldruk niet af-, maar juist toeneemt. Het nieuwe ontslagrecht bevat volgens het advies van Actal veel bepalingen voor bijzondere situaties bij tijdelijke arbeidscontracten. En het houdt twee ontslagroutes in stand waarvan de voorwaarden en procedures niet optimaal geharmoniseerd zijn.
Minder uitzonderingen bij tijdelijke arbeidscontracten
Het wetsvoorstel wijzigt de spelregels voor het aangaan en verlengen van tijdelijke arbeidscontracten. Zo is het straks niet mogelijk om langer dan twee jaar (in plaats van 3 jaar) op basis van tijdelijke arbeidscontracten te werken. Ook wordt de verplichte termijn tussen het aangaan van een nieuwe set tijdelijke arbeidscontracten verlengd van 3 naar 6 maanden. In bijzondere situaties kan een in een sector hiervan worden afgeweken.
Eenvoud en overzichtelijkheid voor werknemers en werkgevers vraagt om zo min mogelijk bepalingen voor bijzondere situaties. Daarom adviseert Actal het aantal bepalingen voor bijzondere situaties te beperken. “Als er een noodzaak tot regelgeving voor bijzondere situaties is, laat die dan voor alle sectoren geleden. Het geeft veel extra regeldruk als werkgevers en werknemers moeten nagaan welke uitzonderingen eventueel voor hen gelden.”, aldus Jan ten Hoopen, collegevoorzitter van Actal.
Minder regeldruk door één ontslagroute
Het huidige ontslagrecht kent twee ontslagroutes: via UWV en via de rechter. Dit duale stelsel is voor werkgever en werknemer complex. Zij moeten bij ieder ontslag beoordelen welke route het beste past. Beide routes kennen elk hun eigen spelregels en voorschriften. Ook de uitvoeringspraktijk van de beide routes verschilt. Hierdoor moeten werkgevers en werknemers beschikken over meer kennis dan – strikt genomen – voor een ontslag nodig is. Jan ten Hoopen: “Eenvoud en overzichtelijkheid liggen binnen handbereik als voor één ontslagroute zou worden gekozen. En dat is de basis voor daadwerkelijk én merkbaar minder regeldruk”.
Doordat het wetsvoorstel Werk en Zekerheid de twee ontslagroutes in stand houdt, leidt dit tot een structurele stijging van de regeldruk voor werkgevers. Verder heeft het kabinet de eenmalige aanpassingskosten niet berekend. Ook is de regeldruk voor werknemers niet in kaart gebracht. Met de keuze voor het handhaven van het duale stelsel ligt een stevige inspanning van het kabinet in de rede om de voorwaarden en procedures optimaal te harmoniseren. Alleen zo kan de regeldruk binnen de perken blijven.