Transitieplannen zorg sturen onvoldoende op vermindering van bureaucratie en toezicht
De transitieplannen voor de zorg zijn niet concreet genoeg. Deze plannen moeten – bij de komende stelselwijziging – de zorgkwaliteit garanderen en onnodige bureaucratie tegengaan. Zij bevatten echter geen concrete doelen en acties om regeldruk te voorkomen. Dat het toezicht op de langdurige zorg anders wordt georganiseerd dan het toezicht op de jeugdzorg, vergroot de kans op regeldruk voor zorgaanbieders. Dat staat in een advies van Actal, Adviescollege toetsing regeldruk, aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Transitieplannen missen doelen en acties
Het kabinet heeft transitieplannen opgesteld om de overgang in de zorg van de oude naar de nieuwe situatie zonder problemen te laten verlopen. Er zijn vier transitieplannen: voor de Wet Jeugd, voor de Wet Langdurige zorg, voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). Zij zijn onlangs aan de Tweede Kamer aangeboden. De plannen hebben onder meer tot doel om in deze overgangsfase regeldruk en bureaucratie voor zorgbehoevenden en zorgaanbieders te voorkomen. “De intentie is goed, maar om de regeldruk ook echt terug te dringen is meer nodig dan de intentieverklaring die in de plannen is opgenomen”, zegt collegevoorzitter Jan ten Hoopen. “Het is nodig om concrete doelen en acties in de plannen op te nemen, waarbij duidelijk is wie de regie heeft en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van die acties.”
Regeldruk door verschillende vormen van toezicht
Een belangrijk doel van de decentralisaties is om samenhang te brengen in de processen van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning. Maar het kabinet stelt voor om het toezicht op de jeugdzorg anders in te richten dan het toezicht op de maatschappelijke ondersteuning. De Wmo 2015 bepaalt dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het toezicht. Het Rijk beoordeelt alleen het resultaat dat het nieuwe stelsel oplevert (stelselverantwoordelijkheid). Bij de Wet Jeugd is daarentegen gekozen voor Rijkstoezicht. De gemeente speelt geen rol bij dit toezicht. “Twee vormen van toezicht betekent voor zorgaanbieders dat zij hun (administratieve) processen moeten ‘opknippen’ om verantwoording af te leggen aan de verschillende toezichthouders. Deze bron van extra regeldruk moet door het Kabinet worden weggenomen,” aldus Jan ten Hoopen.