Verzamelwet beslag- en executierecht

Op 11 april 2033 is de Verzamelwet beslag- en executierecht aan ATR aangeboden voor toetsing en advies. Het wetsvoorstel bevat een aantal aanpassingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Deze aanpassingen zijn nodig door ervaringen met de Wet herziening beslag- en executierecht in de praktijk. Zo moet bijvoorbeeld een deurwaarder, die beslag heeft gelegd op een motorrijtuig dat staat ingeschreven in het kentekenregister en waarop ook door een andere deurwaarder beslag is gelegd, dit nu extra bekend maken bij die andere deurwaarder. Maar dat is niet nodig omdat de coördinerend deurwaarder dit in het kentekenregister moet nakijken. Dit leidt tot onnodige lastenverzwaring. Ook was in de wet niet opgenomen dat een bank geen beslag mag leggen op een bankrekening, die een iemand bij die bank heeft, voor andere vorderingen dan die voor levensonderhoud. Bij vorderingen voor levensonderhoud gaat het bijvoorbeeld om hypotheekkosten of bankkosten. Verder bleken een aantal bepalingen in de praktijk niet duidelijk en klopten een aantal verwijzingen naar andere wetten niet. De Verzamelwet herstelt deze zaken.
Het college van ATR stelt vast dat het nut en de noodzaak van het wetsvoorstel afdoende zijn onderbouwd. Ook heeft het college geen opmerkingen met betrekking tot mogelijk minder belastende alternatieven en de werkbaarheid van het voorstel. Met betrekking tot de regeldrukberekening adviseert het college om de volgens het wetsvoorstel afnemende regeldruklasten kwantitatief uit te werken.

ATR advies aan de Minister van rechtsbescherming – Verzamelwet beslag- en executierecht.