Voorstel kabinet leidt niet tot grotere wendbaarheid werkgevers

Het bieden van de mogelijkheid na het eerste ziektejaar de re-integratie van zieke werknemers in het eigen bedrijf te beëindigen, stuit op een aantal praktische bezwaren. Zo is er een tekort aan keuringsartsen bij het UWV. Bovendien is voortijdige beëindiging doorgaans niet in het belang van de werknemer. Redenen om te twijfelen aan de effectiviteit van het wetsvoorstel. Het voorstel zou ook duidelijker in moeten gaan op de proportionaliteit van de extra regeldruk die met het voorstel gepaard gaat. Verder is niet duidelijk waarom niet is gekozen voor minder belastende alternatieven. Dat schrijft ATR in een advies aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Eerdere duidelijkheid voor werkgevers

Doel van het wetsvoorstel is kleine en middelgrote werkgevers wendbaarder maken door hen de mogelijkheid te geven de re-integratie van hun zieke werknemer in het eigen bedrijf na het eerste jaar af te sluiten. In het tweede jaar kunnen werkgever en werknemer zich dan gaan richten op werkhervatting bij andere werkgevers. Afsluiting is alleen mogelijk met schriftelijke instemming van de werknemer. Of met een toestemming van UWV. Na afsluiting vervalt de plicht om de werknemer bij eigen werkgever te laten terugkeren. De plicht tot loondoorbetaling blijft het tweede jaar nog wel bestaan.

Gebruik afsluitmogelijkheid vraagteken

In theorie biedt afsluiting na het eerste jaar eerder duidelijkheid voor werkgevers. Het is twijfelachtig of daarvan in de praktijk gebruik gaat worden gemaakt. Een negatieve invloed op het gebruik gaat uit van mogelijk onvoldoende beschikbaarheid van verzekeringsgeneeskundige capaciteit. Bovendien staat het belang van de werkgever bij de maatregel haaks op het belang van de werknemer. Die heeft het belang om geen re-integratiekansen te missen. En zal daarom niet of minder geneigd zijn om mee te werken. Het daadwerkelijk gebruik van de maatregel kan daardoor in de praktijk erg tegenvallen. Gezien deze mogelijke negatieve effecten op de baten van het wetsvoorstel adviseert ATR om de proportionaliteit van de extra regeldruk die voor werkgevers en werknemers optreedt te wegen en onderbouwen.

Voorstel leidt tot extra WIA-aanvragen

Met het wetsvoorstel is een toename van het aantal WIA-uitkeringen en toekenningen voorzien. Die nemen met 1500 respectievelijk 800 per jaar toe. Ook is een toename van het aantal ontslagprocedure voorzien. Van beide gevolgen mag eveneens een negatief effect op het gebruik van de afsluitmogelijkheid worden verwacht. De toelichting brengt de omvang van de extra regeldruk als gevolg van de beide toenames niet in beeld. ATR adviseert daarom deze extra regeldruk alsnog in beeld te brengen en ook mee te wegen bij de beoordeling van de proportionaliteit van het wetsvoorstel.

Minder belastend alternatief voorhanden

Er zijn minder belastende alternatieven voor de voorgestelde maatregel. Eén ervan is een beperking van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte tot bijvoorbeeld maximaal één jaar. Dit alternatief biedt niet alleen eerder, maar ook meer duidelijkheid. En het leidt waarschijnlijk tot een grotere mate van wendbaarheid van de werkgever.

ATR advies aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – Wetsvoorstel wijzigen re-integratieverplichtingen in het 2e ziektejaar.