Wetsvoorstel Instituut Mijnbouwschade Groningen

Het wetsvoorstel Instituut Mijnbouwschade regelt dat alle schadeclaims als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag bij Norg publiekrechtelijk afgehandeld kunnen worden. Daarvoor wordt een zelfstandig bestuursorgaan opgericht: het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Dit Instituut gaat alle vormen van schade beoordelen die zijn ontstaan ten behoeve van gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag bij Norg. Dit betekent dat naast fysieke schade aan gebouwen en werken, voortaan ook andere vormen van schade, zoals waardedaling en immateriële schade, beoordeeld worden. En naast burgers kunnen ook bedrijven en overheden bij het Instituut terecht. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen moet het loket worden voor de afhandeling van alle vormen van schade.
Verder biedt het wetsvoorstel een juridische grondslag om een heffing op te leggen aan de huidige exploitant van het Groningenveld en de opslag bij Norg, de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM).

Met het oog op de werkbaarheid adviseert ATR enkele punten te verduidelijken in de toelichting bij het wetsvoorstel. Zo blijkt uit de toelichting niet wat het Instituut Mijnbouwschade Groningen zal betekenen voor de inzet van andere (publieke) organisaties die een deskundige en ondersteunende rol vervullen voor gedupeerden. Ook is het niet duidelijk wat onder de “versterkingsmaatregelen” wordt verstaan die de gedupeerden zelf kunnen (laten) treffen. Gezien de samenhang voor gedupeerden tussen het onderhavige wetsvoorstel en het wetsvoorstel (in voorbereiding) dat de versterkingsoperatie regelt, adviseert ATR beide voorstellen inhoudelijk op elkaar af te stemmen.

Om de gevolgen voor de regeldruk in beeld brengen, is gekeken naar de werkwijze van de huidige Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen. Het takenpakket van het toekomstige Instituut is echter breder en gevarieerder. Om op uitvoeringsniveau meer zicht te krijgen op de effecten voor de regeldruk adviseert ATR in de regeldrukparagraaf verschillende vormen van schade te onderscheiden. In het wetsvoorstel is de verplichting opgenomen binnen drie jaar na inwerkingtreding van de wet een verslag uit brengen aan de Eerste en de Tweede Kamer over de effecten die de wet in de praktijk teweegbrengt. ATR adviseert in dit verslag ook de gevolgen voor de (ervaren) regeldruk voor burgers en bedrijven volledig in beeld te brengen.

ATR advies aan de Minister van EZK over Wetsvoorstel Instituut Mijnbouwschade Groningen