Wijziging Spoorwegwet in verband met overwegveiligheid

Op 12 juli 2021 is een voorstel voor toetsing en advies aangeboden aan ATR. Het voorstel wijzigt de Spoorwegwet in verband met de overwegveiligheid. Het geeft een aanwijzingsbevoegdheid aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat waarmee maatregelen voor niet actief beveiligde overwegen (NABO’s) kunnen worden afgedwongen. Daarnaast bevat het voorstel de verplichting om een (land)hek te sluiten na het oversteken van een niet actief beveiligde spooroverweg. De maatregelen hebben tot doel de spoorwegveiligheid te verbeteren.

Het college constateert dat het voorstel nut en noodzaak onderbouwt. Het voorstel maakt niet echter duidelijk waarom het overheidsingrijpen in de vorm van de aanwijzingsbevoegdheid alleen voor NABO’s wordt ingezet en niet voor beveiligde overwegen. Het college adviseert deze keuze te motiveren in de toelichting.

Het voorstel geeft aan dat bij ongeveer 10% van de niet actief beveiligde overwegen de aanwijzingsbevoegdheid zal worden ingezet. Niet duidelijk is of deze 10% alle overwegsituaties betreft waarbij gesprekken over te nemen veiligheidsmaatregelen zijn vastgelopen. Het college adviseert dit nader toe te lichten.

ATR adviseert daarnaast om twee alternatieve maatregelen te overwegen die kunnen bijdragen aan de verbetering van de spoorwegveiligheid. Dit betreft een risicogericht verbod op niet of niet goed beveiligde spooroverwegen. Ten tweede kan een wijziging van de Overgangswet erfdienstbaarheden worden overwogen. Daarmee kan in uiterste situaties aanpassing bij spooroverwegen via de rechter worden afgedwongen als de veiligheidssituatie aanpassing vereist.

Het college adviseert het wetsvoorstel niet in te dienen, tenzij met de adviespunten is rekening gehouden.

 

ATR advies aan de minister van IenW – Wijziging Spoorwegwet ivm overwegveiligheid